Verwarm de oven voor op 200 graden en zet de waterkoker aan.
2
Spoel 1 blikje kikkererwten af, dep droog en meng in een mengkom met 1 tl paprikapoeder, zout en een scheutje olie. Spreid uit over een met bakpapier beklede bakplaat en rooster ca. 25 minuten tot ze knapperig zijn.
3
Verwarm olie in een soeppan. Snipper 1 stuk sjalot en fruit zachtjes. Snij 2 stuks tomaten in blokjes.
4
Voeg 1 bakje specerijen bij de sjalot en schep een paar keer om. Voeg de tomaten, ½ el sojasaus en 150 g rijst toe en schep om.
5
Voeg 250 ml kokend water en 100 ml passata toe. Verkruimel het bouillonblokje erbij. Laat afgedekt zachtjes ca. 10-15 minuten gaar en droog koken.
6
Verwarm een flinke hoeveelheid olie in een grote afdekbare) koekenpan of wok. Snij 1 stuk aubergine en ½ stuk paprika in blokjes van 1 cm. Bak samen tot de aubergine echt goed gaar en bruin is ca. 10-15 minuten (zie tip). Breng op smaak met peper en zout.
Rooster 15 g amandelschaafsel zachtjes in een droge koekenpan tot ze beginnen te kleuren. Laat afkoelen op een bordje.
7
Hak 1 bosje peterselie (incl. dunne steeltjes) fijn. Zet een schaaltje rucola op tafel met een scheutje olijfolie en een klein scheutje balsamicoazijn.
8
Serveer de pilav met de aubergine, paprika, geroosterde kikkererwten, amandelschaafsel en peterselie. Eet de rucola er als frispittige noot bij.
9
Goed om te weten: in het bakje specerijen voor 2p zit: 1 tl kurkuma, 1 tl komijnpoeder en 1⁄8 tl chilivlokjes. In het bakje voor 4p zit de dubbele hoeveelheid.
10
Tip: Nog niet gaar? Dek dan de pan af en laat gaar stomen.